Hoofdstuk 2

Chris deed haar ogen open en een vel zonlicht scheen door de kier van de gordijnen van haar hemelbednaar binnen. Ze ging zitten en wreef de slaap uit haar ogen. Uiteindelijk rekte ze zich uit en deed de gordijnen open. Iedereen was al wakker, het meisje van de tweeling was nergens te bekennen net als het al het overactieve en het stille meisje. Alleen het gothic meisje zat er nog en maakte zich op haar bed op. Even keken ze elkaar aan en lachte tegen elkaar maar meer dan een klein glimlachje werd het niet. Chris begon zich snel aan te kleden en ging naar de leerlingenkamer. Daar zag ze de tweeling zitten en aangezien ze geen andere bekenden zag ging ze bij hen zitten.

"Hoi" zei ze en de tweeling zei 'Hoi' in koor terug.

"Lucas, was het toch hé, zeg heb je Titus gezien?" vroeg ze want ze was er wel benieuwd naar hoe Titius zijn eerste nacht op Zweinstein was geweest.

"Hij was als eerste op, hij ging ontbijten vanochtend en Christianne was het hé?" vertelde hij.

"Zeg maar Chris" zei ze en lachte.

"Noem mij maar Luuk, dat vind ik mooier en Letitia kan je het beste Tiets noemen" Vertelde hij.

"O oké" zei Chris.

"Ik kan heus wel voor mezelf praten hoor" zei Letitia en sloeg haar broer.

"Oké, sorry hoor" zei hij en sloeg zijn zus terug waar nu een hele stoeipartij uit ontstond. Chris stond uiteindelijk op en wilde weg lopen.

"Wacht even, ik kom mee" zei Tiets en trok aan Chris' arm. Ze stond op en liep weg van haar broer.

"Hij hangt de laatste tijd er om me heen" fluisterde Tiets in haar oor en deed haar arm door haar arm zodat ze gekruist liepen.

"O oké" zei Chris verbaasd en ze liepen samen naar de grote zaal. Daar zagen ze Titus zitten en nu trok Chris Tiets mee naar waar hij zat.

"Hoi" zei ze en pakte snel wat van het ontbijt dat voor hen op de tafel stond.

"Hoi" zei Titus enthousiast terug.

"Ons afdelingshoofd, professor Anderling is langs geweest met de lesroosters en die moest ik aan jullie geven" zei Titus en deelde de roosters uit.

"Woow we beginnen al meteen met toverdranken van Sneep" zei Tiets.

"Ik heb van mijn zus gehoord dat hij Griffoendors haat en Zwadderaars voortrekt" vertelde Chris en wist nog goed hoe Camille vorig jaar was thuis gekomen vloekend over een nieuwe leraar Sneep die haar 100 afdelingspunten in één les had gekost.

"Ah, zo erg kan hij toch niet zijn" vroeg Tiets en bekeek haar lesrooster goed alsof ze eventuele fouten zocht.

"Nou we zullen het zelf wel zien" zei ineens een stem achter hen en ze zagen het donkere deprimerende meisje achter hen staan. Ze had dikke zwarte make-up op dat erg goed paste bij haar donkere ogen.

"Martine we hebben ons rooster gekregen" zei Tiets en pakte het lesrooster uit de handen van Titus en gaf het aan Martine. Die bekeek het en stopte het in de zak van haar gewaad.

"Hé, Tam de lesroosters kun je hier halen" schreeuwde Martine en liep nu relaxt weg terwijl het overactieve meisje aan kwam rennen en tegen Tiets aan botste en alle twee op de grond vielen.

"Sorry" zei ze en stond op en liet Tiets gewoon op de grond leggen.

"Zijn de lesroosters er?" vroeg ze en hupte op en neer op de grond wat er nogal raar uit zag.

"Ja" zei Titus en gaf een stukje perkament met het lesrooster er op.

"Dank je" zei ze en rende naar Martine die een stukje verderop met iemand stond te praten en die nu een overactieve Tamara van zich af duwde. Chris moest er eigenlijk wel onverschillig om lachen.

"Wat hoor ik nou heb je de lesroosters?" vroeg weer een stem achter hen maar nu van Bill.

"Weetje, alsjeblieft" zei Titus en gaf al het perkament wat uitgedeeld moest worden aan Bill die stomverbaasd keek. Zo te zien had Titus geen zin om twintig keer hetzelfde lesrooster aan iedereen te geven en van zijn ontbijt afgeleid te zijn.

"Wat moet ik daar mee?" vroeg hij.

"Uitdelen aan de eerstejaars van Griffoendor" zei Titus en begon zijn ontbijt verder op te eten, iets waar het de afgelopen minuten niet van gekomen was.

Verder verliep de ochtend rustig en de lessen bleken best mee te vallen. De meeste leraren hielden de eerste les speeches hoe het jaar in elkaar zou zitten en wat hun vak precies in hield. Behalve Sneep, van hen moesten ze een toverdrank maken die vrij moeilijk was. Chris was er eigenlijk best tevreden over geweest. De drank moest felgeel worden, die van haar was lichtgeel en rook best goed. Hij was in ieder geval beter dat die van Titus die tegen het groen aan liep. Ze waren al vroeg uit en Chris had voorgesteld om samen met Titus, Bill, Luuk en Tiets het kasteel te onderzoeken. Na al die jaren wou ze het kasteel wel eens gaan onderzoeken.

"Help me even" zei Luuk die met zijn voet door een neptree was gezakt.

"Dat is nu al de tiende keer, kan je niet eens over die dingen heen lopen?" vroeg Titus die hem er uit hielp.

"Ik doe mijn best" zei hij en ze liepen verder.

"Oh kijk de bibliotheek!" zei Tiets enthousiast en liep er heen. Iedereen liep nu door de bibliotheek, maar het was eigenlijk het laatste wat haar interesseerde. Haar oog viel op een boek die op een tafel lag. Ze keek om zich heen en zag dat de rest ergens anders was. Ze pakte het boek op dat getiteld was met de tittel: moorden en oorlogen door de eeuwen heen. Ze deed het boek in haar rugzak en liep snel weer naar de rest toe voordat ze haar gingen missen.

"Laten we nu het terrein verkennen" stelde Luuk voor en ze liepen naar buiten. De zon scheen maar het was erg fris, iedereen had dan ook zijn of haar mantel dicht.

"Hoi Hagrid!" riep Bill opeens en wuifde naar de grote man die hen naar de boten had gebracht. Hij kwam aan lopen en keek het gezelschap hartelijk aan.

"Hoi Bill. Fijn je te zien na de grote oorlog, al veel nieuwe vrienden gemaakt hé" zei hij en Hagrid keek naar de rest, hij leek haar veel aardiger dan dat hij er uit zag.

"Ja, dit zijn Chris, Titus, Tiets en Luuk" zei Bill en wees de desbetreffende persoon aan als hij de naam had genoemd.

"Dat is leuk, kom effe een bakkie thee doen ik denk dat ik wel een half uurtje de tijd heb dan kunnen we bijpraten" zei Hagrid en het vijftal liep naar het kleine hutje van Hagrid dat van binnen erg gezellig was ingericht.

"Tis niet veel maar ik kan het thuis noemen" zei Hagrid toen ze het hutje in liepen.

"Het is echt heel mooi hoor" zei Chris en ze gingen op een enorm bankstel zitten waar ze met zijn vijven op paste.

"Perkamentus heeft het met magie neer gezet. Eerst wilde hij een groter huis maken maar ik vertelde hem dat ik niet veel ruimte nodig had" legde Hagrid uit al kon Chris van het laatste weinig voorstellen.

Ineens werd er op de deur geklopt en deed Hagrid de deur snel open.

"Hagrid ik heb je hulp bij nodig bij een klein probleempje" zei een onbekende stem voor Chris.

"Sorry, jongens meneer Vilder heeft mijn hulp nodig kom van de week nog maar es terug om een bakkie te doen" zei Hagrid en het hele gezelschap stond op en liepen langs de verbaasde conciërge heen.

"Waar ken je hem van?" vroeg Titus met een rare toon in zijn stem aan Bill toen ze weer buiten liepen.

"Wat maakt het uit waar hij hem van kent?" vroeg Tiets en Chris had al aardig gemerkt dat Titus en Tiets qua karakter erg tegen elkaar botste.

"Het is een doodnormale vraag" zei Titus niet verbaasd maar uitdagend.

"Nou stel die doodnormale vraag dan normaal" zei ze en Chris en Bill keken elkaar met opgetrokken wenkbrauwen aan. Dit zou een leuk jaar worden als deze twee vrienden werden.

De hele weg naar de toren van Griffoendor ging dat geruzie door en zeiden de andere er helemaal niets van.

"Zweinenpoot" zei Bill en het portret ging open en iedereen liep naar binnen. Chris nam afscheid en ging naar de slaapzaal. Uit haar tas haalde ze het boek dat ze in de bibliotheek meegenomen had.

Ze sloeg het open en las alles over beroemde rebellen en leiders daarvan. Ook las ze over die kleine Harry Potter die Voldemort had verslagen. Niemand wist nu waar hij was maar het was wel een feit dat hij het had overleeft.

Ineens kwam ze bij een bladzijde die ze liever niet had gezien.

'Charles Xellirius

Een van de beroemdste rebellenleiders buiten de groep van Perkamentus in de laatste oorlog ook de Xilliriussen…' Chris stopte vrijwel meteen met lezen. Er stond een heel verhaal over haar vader in dit boek. Ze kon het niet aan. Ze had net alles verwerkt en door zo een stom boek kwam alles weer naar boven. Ze was geïnteresseerd in rebelleren maar niet als het over haar familie ging. Ze gooide het boek naar de andere kant van de kamer en pakte uit haar tas het huiswerk die ze die dag had opgekregen en probeerde er de rest van de dag niet meer aan te denken.