Hallo allemaal. Hierbij dus het vervolg op het boek Het Verbond. Mocht je dat boek nog niet gelezen hebben, dan raad ik je aan dat eerst te doen. Voor lezers van mijn eerste boek: Dit boek is een direct vervolg op Het Verbond. Marcus is wederom de hoofdpersoon, maar zal dus geen tribuut zijn in dit boek. Verder zijn er een hoop personages uit het eerste boek weer aanwezig in dit boek en natuurlijk komen er een hoop nieuwe personages langs. Het boek begint 3 maanden na het epiloog van het vorige boek. Veel leesplezier.
Marcus probeert zijn draai te vinden nu hij een heel ander leven heeft. Aan de vooravond van zijn Winnaarstoer hoort hij dat District 13 een speciale opdracht voor hem heeft.
Ik steek de tang die de gloeiendhete sleutel vast heeft in de bak met water waardoor het luid begint te sissen. Ik wacht geduldig tot de sleutel is afgekoeld en haal hem dan uit het water. Ik voel aan de sleutel om zeker te weten dat hij afgekoeld is en leg het dan op de werkbank. Op de werkbank ligt een foto van een sleutel. De sleutel die ik nu aan het smeden ben, moet precies hetzelfde zijn als de sleutel op de foto.
Vragen waarom Whitaker deze sleutel nodig heeft is zinloos. 'Hoe minder je weet, hoe beter,' is zijn steevaste antwoord. Dit is al de vierde sleutel die ik voor hem smeed. Buiten is het pikdonker. Officieel wordt de smederij van mijn vader niet meer gebruikt. Als er opeens overdag rook uit de schoorsteen komt, roept dat vragen op bij mensen. Daarom doe ik deze klus in de nacht. Het smeden maakt een hoop lawaai, maar de enige mensen die dat misschien horen zijn mijn oude buren en die ken ik allemaal. Die verraden mij niet bij de vredebewakers.
Ik vergelijk mijn sleutel nog eens goed met de sleutel op de foto. Het gekartelde stuk van de sleutel klopt nog niet precies. Ik slijp deze bij totdat het precies hetzelfde patroon heeft als de sleutel op de foto. Hierna vergelijk ik mijn sleutel nog eens goed zodat ik zeker weet dat ik precies de juiste sleutel heb gesmeed. Hierna gooi ik de foto in het smidsvuur. Nadat ik zeker weet dat er niets meer van de foto over is maak ik het vuur uit.
Ik kijk door het raam naar buiten. Als ik iemand zie kan ik beter wachten met het verlaten van de smederij. Na 10 minuten naar buiten gekeken te hebben ben ik ervan overtuigd dat niemand de smederij in de gaten houdt. Ik verlaat de smederij zo geruisloos mogelijk. Het is buiten bewolkt en van de maan is geen spoor te bekennen. Ik besluit via de velden te lopen. Met volle maan ben je makkelijk te zien als je over de velden loopt, maar met weer zoals nu kan niemand je zien op de velden. Ik moet wel opletten dat ik geen schaapskuddes tegenkom. Bij schapen zijn altijd herders en het is de bedoeling dat niemand weet waar ik mee bezig ben.
Via de velden ga ik op weg naar de koeienstallen van District 10. Ik ben niet alleen voorzichtig omdat ik een sleutel bij me heb die ik niet bij me mag hebben, maar ook omdat ik niet buiten mag zijn op dit tijdstip. Ik dacht dat het regiem in District 10 wat versoepeld zou worden nadat hoofdvredebewaker Cornelus gearresteerd was voor het executeren van twee vredebewakers zonder proces. Maar dat had ik mis. Axol werd door het Capitool aangesteld als nieuwe hoofdvredebewaker van District 10. Een maand na zijn aanstelling hield hij een toespraak over het belang van orde. Dit eindigde met een heel aantal nieuwe regels. Een avondklok is één van de nieuwe regels die Axol heeft ingesteld. Na 10 uur 's avonds mag niemand meer buiten zijn tenzij dit moet voor het werk dat je uitvoert. Als de vredebewakers je buiten vinden zonder een goede reden, wordt er gericht op je geschoten. Vorige week is er nog iemand doodgeschoten die in het donker over straat liep. Dat is al de derde die door vredebewakers is gedood sinds Axol ons district leidt.
Na 40 minuten kom ik aan bij de rand van het terrein waar de koeienstallen staan. Ik zak door mijn knieën en verberg me tussen wat begroeiing. Ik houdt mijn hand voor mijn mond zodat mijn adem geen wolkjes maakt in de koude lucht. Het liefst wil ik de omgeving hier ook 10 minuten in het oog houden, maar na 5 minuten is mijn lichaam helemaal verkleumd van het stil liggen in de vrieskou dat ik besluit het risico maar te nemen en het terrein te betreden.
Alle stallen zijn in duisternis gehuld. Ik loop geruisloos langs de stallen. Whitaker zei dat hij in stal 5 op me zou wachten. Bij stal 5 blijf ik staan. Ik hou mijn oor tegen de deur, maar hoor niks anders dan het vaag ratelen van een halter van een koe. Ik klop het afgesproken signaal op de deur. Eén keer lang, drie keer kort en weer één keer lang.
Even gebeurd er niks, maar dan zie ik licht door het raam. De deur gaat langzaam open. 'Kom binnen,' zegt Whitaker gedempt. Ik volg hem gauw de stal in. Whitaker heeft een klein zaklampje. Voor de rest wordt er geen licht gemaakt in de stal. Whitaker is niet de man die over koetjes en kalfjes praat. 'Is het gelukt?' vraagt hij meteen. Als antwoord geef ik hem de sleutel.
Hij schijnt met zijn zaklampje over de sleutel. 'Dat ziet er goed uit,' zegt hij goedkeurend. 'Ga maar gauw naar huis, Marcus,' vervolgt hij. Je moet morgen weer trainen en het hoofkwartier heeft speciale orders voor de winnaarstoer.' Ik ben heel nieuwsgierig welke orders er vanuit District 13, want dat is wat er bedoeld wordt met "hoofkwartier", voor me zijn, maar ik weet dat ik niks moet vragen. Whitaker zal me meer vertellen op het moment die hij het meest geschikt vindt. 'De tijd is nog steeds hetzelfde?' vraag ik. Whitaker knikt. 'Morgen aan het eind van de middag.' 'Oké,' antwoord ik gedempt. 'Ik zal zorgen dat ik er dan ben.' Hierna vertrek ik uit de stal.
Op weg terug naar huis denk ik aan wat Whitaker zei. Speciale orders uit District 13. Dan moet het wel dringend zijn. Whitaker had eerder nog gezegd dat ik tijdens de winnaarstoer niets anders moest doen dan mijn ogen open houden. Ik was met mijn mogelijkheid om het Capitool te betreden te waardevol om een missie te krijgen. Het risico om betrapt te worden is te groot.
Ook in District 10 is mijn leven als verzetslid niet zo spannend als ik had gehoopt. Het enige waardevolle dat ik tot nu toe heb gedaan is het smeden van een aantal sleutels. Whitaker heeft me wel belangrijke dingen geleerd zoals geruisloos gebieden te verkennen en te betreden en hij heeft me geleerd om pistool te schieten. Met een oud pistool waar hij zelf een demper op had geknutseld, bracht hij me naar één van de ondergrondse koelcellen die niet meer in gebruik is. Doordat het ondergronds is de kamer zo goed als geluidsdicht. Daar heb ik geleerd hoe een pistool werkt. Het herladen, het spannen van het wapen, het naar achteren trekken van de slede waardoor je kunt checken of het wapen echt schietklaar is en natuurlijk het daadwerkelijke schieten. 'Voor alle duidelijkheid: ik ga je nu leren hoe je moet schieten, maar je krijgt geen pistool, Marcus,' zei hij voordat hij me leerde hoe het wapen werkt. 'De kracht van een verzetsgroep ligt in het verborgen blijven. Voor jou is dat al helemaal belangrijk. Voor de vijand moet jij niet meer zijn dan een winnaar en mentor. Ze moeten geeneens kunnen vermoeden dat jij met illegale activiteiten bezig bent.' Hierna hield hij het pistool om hoog. 'Dit,' vertelde hij. 'Is alleen voor noodgevallen.'
Het pistoolschieten zelf was niet zo moeilijk als ik dacht. Er is een vizier dat je op het doel richt en als je de trekker rustig overhaalt komt de kogel op het doel terecht. Of tenminste in de buurt. Maar als ik mijn taak goed doe zal ik nooit meer een pistool in mijn handen hebben.
Door mijn overdenkingen ben ik voor ik het weet bij de rand van de winnaarswijk. Ik let weer extra goed op, maar hier is nooit iemand. Ik ben de enige die in deze wijk woont. Eenmaal in de wijk loop ik gauw door naar het grote huis waar ik tegenwoordig in woon. Het is toch wel heel koud buiten en ik ben blij dat ik thuis ben. Wanneer ik het huis binnen ben hoor ik gelijk wat gestommel en dan het regelmatige getik van nagels op de houten vloer. Shaxa komt de hal binnen om me te begroeten. Hij druk zijn kop tegen me aan en likt over mijn hand. Hij is blij om mij te zien en ik ben blij om hem te zien. Zonder hem zou mijn alleenstaande leven in dit grote huis wel heel eenzaam zijn.
2 maanden eerder
Ik ben eigenlijk nog nooit bij het grote schapenbedrijf van District 10 geweest. Ik had nooit genoeg geld gehad om wol of schapenmelk te kopen. Maar nu krijg ik maandelijks een grote som geld van het Capitool. En Whitaker heeft me de opdracht gegeven om mijn lichaam zoveel mogelijk te laten voldoen aan het schoonheidsideaal van het Capitool. Aantrekkelijke mensen zouden makkelijker contact leggen en dat is iets wat ik goed kan gebruiken bij mijn werkzaamheden voor District 13.
Daarom heb ik Nathan gebeld en hem gevraagd wat boeken te sturen over hoe je moet trainen en eten om er, volgens de idealen van het Capitool, beter uit te zien. Blijkbaar is slank en gespierd helemaal in bij het Capitool. Daarom ben ik gaan eten zoals de boeken aanraden. Ook ben ik oefeningen gaan doen om nog iets gespierder te worden. Mijn werk als smid maakte mij altijd al wat gespierder dan andere jongens van mijn leeftijd, maar dat was vooral mijn bovenlijf. Ik ben nu ook oefeningen gaan doen voor gespierde benen en een nog gelijkmatigere verdeling van de spieren in mijn bovenlijf. Helemaal zoals de trend in het Capitool.
Vandaag moet ik volgens het boek schapenmelk drinken en daarom ben ik bij het schapenbedrijf om wat in te kopen. Ik moet op zoek gaan naar iemand die me kan helpen, want er is geen winkeltje. De meeste mensen in District 10 kunnen geen schapenmelk betalen dus de meeste melk wordt naar het Capitool getransporteerd. Een man die de zieke schapen verzorgt die op stal staan wil me helpen. Hij brengt me naar een koelcel waar ketels staan. Deze zien er uit als kleine melkbussen. Hier in wordt de melk bewaard. Terwijl ik mijn meegebrachte fles vasthoudt, giet de man langzaam melk in de fles. Hij verteld me dat ik de betaling bij de stalopziener moet doen. Gewone werknemers mogen zich blijkbaar niet met de betaling van melk bemoeien.
De stalopziener vind ik bij een andere stal terwijl hij met wat werknemers in gesprek is. Ik besluit even te wachten. Terwijl ik dat doe valt mijn oog op een provisorisch gemaakte omheining waar een enorme woest uitziende herdershond in zit. De omheining is zo klein dat de hond amper een stap kan zetten zonder zich te prikken aan het gaas en prikkeldraad. De hond ziet er ook een beetje mager uit.
De stalopziener is intussen klaar met de medewerkers en komt op mij afgelopen. Hij ziet me kijken naar de hond. 'Je hoeft geen medelijden te hebben met dat beest, hoor,' zegt hij luchtig. 'Dat beest zit daar, omdat hij te dominant is om samen te werken met de andere honden die de kudde bewaken. Een paar dagen zonder eten en drinken zal ervoor zorgen dat hij beter zal luisteren.' Ik schud mijn hoofd. Mijn vader en broertje hebben de meest moeilijke honden opgevoed. Mijn broertje wist zelf een hond die deels wolf was goed af te richten, maar ze gebruikten hier nooit zulke barbaarse technieken voor als deze stalbaas.
'Je kunt het karakter van een hond niet veranderen. Net zoals ik jouw karakter niet kan veranderen. En jij mijn karakter niet kan veranderen,' zeg ik tegen de stalbaas. Hij haalt zijn schouders op. 'We hebben al op andere manieren geprobeerd hem te temmen, maar er is gewoon niks mee te beginnen.' Terwijl hij dit zegt kijkt hij opzij naar mij. 'Was je broertje nog maar hier. Iedereen had het erover hoe hij een wolfshond goed had afgericht. Hij zou deze hond vast ook af kunnen richten.' 'Kay had die hond niet om werk te verrichten. Hij hield echt van die hond en had dat beest het liefst de hele dag om hem heen.' De stalbaas knikt. 'Dat klinkt heel mooi, maar wij hebben tientallen honden hier. Daar kun je nu eenmaal niet zoveel aandacht aan schenken dan wanneer je één hond hebt.' Hij zucht even. 'Die hond heeft ons een fortuin gekost. En het levert ons niks op.'
Ik kijk even bedenkelijk naar de hond. Hij ziet er inderdaad woest uit, maar ik zie ook iets anders in de ogen. Angst. Het beest is gewoon niet geschikt om de hele dag bevelen van de herders op te volgen. Maar ik begrijp ook wel dat de herders geen honden kunnen gebruiken die niet doen wat ze moeten doen. 'Wat als ik hem nu van jullie koop?' zeg ik zonder er bij na te denken. De stalbaas kijkt me verbaasd aan. 'Dan kunnen jullie van dat geld een wat meer geschikte hond kopen,' verduidelijk ik. Mmm,' zegt hij terwijl hij over zijn baard wrijft. 'Dat is helemaal geen gek idee. Ik ga in op je aanbod.' Ik betaal de man het bedrag dat de hond hem gekost heeft en neem de hond aan een touw mee naar huis.
Het heden
Na een korte nacht sta ik weer op om aan mijn dagtaak te beginnen. Ik vul de voer- en waterbakken van Shaxa en maak een ontbijt klaar voor mezelf. De hond bleek geen naam te hebben gekregen toen ik hem kocht. Dus heb ik hem Shaxa genoemd. Het is een samenvoeging van de namen Lexa en Shadow. Twee eerdere honden die wij hadden. Het beest was inderdaad eigenwijs, maar ik heb gezien hoe mijn broertje de veel eigenwijzere Shadow heeft afgericht. En met veel geduld, beloningen en training heb ik de hond nu aardig onder controle.
Na mijn ontbijt van spek, eieren en melk begin ik aan mijn training om mijn lichaam in vorm te houden. Morgen begint de Winnaarstoer langs de districten die eindigt in het Capitool en dus moet ik er volgens het schoonheidsideaal van de hoofdstad uit zien. Eerst vond ik het nogal vreemd dat ik er goed uit zou moeten zien, maar het is meestal wel zo dat knappe winnaars het populairst zijn in het Capitool. En dan bereik je toch net wat meer.
Na een aantal trainingen gedaan te hebben voor mijn armen en bovenlijf maak ik een hardlooprondje door het district met Shaxa. Wanneer ik thuis kom is het alweer tijd om weer wat te eten. Zo kom ik tegenwoordig mijn dagen een beetje door. Trainen en heel af en toe een klus voor het verzet. Vandaag krijg ik instructies van Whitaker voor de winnaarstoer. Ik ben heel benieuwd wat de speciale instructies van District 13 zijn. Maar ik zal tot het einde van de middag moeten wachten.
De tijd die ik over heb besteed ik aan wat huishoudelijke klusjes. Ik vertrek om 3 uur, want voordat ik naar Whitaker ga, wil ik nog één ander adres langs. Shaxa gaat met me mee. Ik vertrek naar het oostelijke deel van District 10. Hier staan naast de velden van het district een groot aantal kleine huisjes. Hier wonen de herders die overdag of 's nachts de schapen hoeden. Ik weet precies welk huis ik moet hebben. Ik ben er nu al een paar keer geweest. Toch zie ik er elke keer weer als een berg tegenop om bij dit huis aan te kloppen.
Wanneer ik voor het huis sta besluit ik toch maar gelijk aan te kloppen. Als ik blijf treuzelen kom ik te laat aan bij Whitaker. Nadat ik aangeklopt heb hoor ik wat gestommel in het huis. Een meisje van ongeveer tien jaar doet de deur open. Ik kijk eens goed naar het meisje. Het mooie ronde gezichtje, de glanzende blonde haren. Ze lijkt precies op Leia. Ze kijkt ook even naar mij, maar lijkt me gelijk te vergeten wanneer ze Shaxa ziet. Ze richt zich gelijk op de hond ne begint deze te aaien terwijl ze giechelt wanneer hij likjes over haar hand geeft.
'Ik heb weer iets voor jullie meegenomen,' zeg ik tegen haar terwijl ik het buidelzakje onder mijn trui vandaan haal. Het meisje neemt het zakje zonder twijfelen aan. Zij is het jongste kind uit het gezin Reyes en de enige die aardig tegen mij is. Het gezin Reyes heeft mijn maandelijkse bijdrage geen een keer afgeslagen, maar we hebben niet veel gepraat. Het is ook onmogelijk om te praten over wat er in de Arena is gebeurd. Ik weet wel dat het juist is om wat van mijn overvloedige inkomen met dit gezin te delen. Leia was degene die het geld verdiende voor het gezin voor ze naar de Spelen moest. Hun vader is aan het einde van de oorlog geëxecuteerd en hun moeder is sindsdien zwaar depressief.
'Hoe gaat het?' vraag ik aan het meisje. 'Ik had een negen voor mijn rekentoets vandaag,' zegt ze trots. 'Een negen?!' zeg ik met gemaakte enthousiasme. 'Wat goed! Blijf zo je best doen op school,' zeg ik. Het meisje knikt afwezig terwijl ze Shaxa blijft aaien die de aandacht niet onplezierig lijkt te vinden. 'Ik moet weer verder,' zeg ik. Het meisje kijkt teleurgesteld. 'Kom je gauw weer eens terug met je hond?' vraagt ze. 'Ik zal weer langs komen als ik tijd heb,' zeg ik. Maar ik weet dat ik hier alleen maar langs zal komen om geld langs te brengen. De situatie tussen mij en het gezin Reyes is gewoon te gespannen.
Ik zeg gedag en vertrek dan gauw. Leia was net zoals ik de oudste thuis. Zij verdiende geld voor het gezin, omdat haar moeder niks uitvoerde door haar depressie. Leia heeft zes broertjes en zusjes achter gelaten en het minste wat ik kan doen is zorgen dat ze genoeg geld hebben zodat ze niet voor hun achttiende van school af hoeven of zich extra moeten inschrijven voor de Spelen.
Een rustig hoofdstuk om te beginnen. Ik had bij het schrijven van het vorige boek erg veel plezier met het schrijven over Lexa en Shadow in de flashbacks dat ik heb besloten hier ook weer een hond aan Marcus toe te wijzen. Het lijkt me ook logisch dat Marcus niet helemaal alleen in een groot huis wil wonen. Ik hoop dat jullie het eerste hoofdstuk leuk vonden. Laat een review achter dat helpt me voor de verdere hoofdstukken.
