Marcus probeert belangrijke informatie te bemachtigen voor het verzet. Een ontmoeting met Emillia brengt hem in een benarde positie.


Ik loop alweer een kroeg binnen. Volgens Nathan komen hier belangrijke kopstukken van het Capitool. Ik heb geen idee hoe ik iemand kan vinden die mij kan helpen aan de informatie die ik nodig heb, maar dit lijkt me een goede plek om te beginnen. Ik ga aan de bar zitten. Al gauw is de barvrouw bij me. 'Hebben jullie hier toevallig ook dranken waar normaal alcohol in zit, maar dan zonder de alcohol?' vraag ik twijfelend. De vrouw lacht vriendelijk. 'Jazeker. Van elke alcoholisch drankje hebben we ook een alcoholvrije versie.' Ik knik. 'Nu de Spelen begonnen zijn wil ik helder blijven,' leg ik haar uit. "Dus doe mij maar een alcoholvrije whisky. En als ik deze avond weer een whisky bestel wil ik graag wéér de alcoholvrije versie.' De vrouw knikt begrijpend. In een hoek van het café hangt een klein scherm waarop de Spelen te zien zijn. Maar omdat iedereen een rustplaats heeft gevonden en er niets gebeurt hebben er maar weinig mensen aandacht voor. Al gauw heb ik een glas met drinken in mijn hand. Nu lijkt het net alsof ik alcohol drink net zoals iedereen hier terwijl ik gewoon helder kan blijven.

Mijn tweede stap is proberen mensen te vinden met connecties bij de regering. Het liefst het ministerie van Veiligheid. Ik heb een hekel aan contact maken met vreemdelingen. Ik ben er ook niet goed in. Tot mijn 17e was ik vaak hele dagen alleen aan het werk in de smederij. Ik sprak dan niemand. Behalve een enkele klant of leverancier van spullen die ik nodig had. Maar ik weet dat als ik iemand wil vinden die mij aan de informatie kan helpen die ik nodig heb, ik met zoveel mogelijk mensen contact moet maken. Gelukkig ben ik de winnaar van de vorige Hongerspelen. Wat betekent dat iedereen met me wil praten.

Een eindje verderop zie ik een groepje van 5 jongemannen om een tafeltje staan. Ze hebben allemaal een duur uitziend pak aan. Ze zijn druk in gesprek en maken veel gebaren terwijl ze praten. Ik besluit daar te beginnen. Met mijn drankje in mijn hand loop ik naar hun tafeltje toe. 'Is er nog ruimte voor mij bij jullie?' vraag ik zo joviaal mogelijk. Wanneer ze mij zien slaan ze elkaar op de schouders en wijzen naar mij. 'Dat is Marcus!' schreeuwen ze. Ik lieg niet wanneer ik zeg dat ik letterlijk tussen hen in word getrokken. 'Kom erbij!' schreeuwt de langste van hen. 'Voor een winnaar is er altijd plaats bij ons.' De dikste van het vijftal geeft me een por. 'Hé man. Rot dat je op de eerste dag al één van je tributen verloor.' Ik wil hem net bedanken wanneer hij nog verdergaat. 'Maarja dat magere jochie had natuurlijk niet zoveel kans als jij met die armen van je,' zegt hij terwijl hij in mijn armen knijpt.

Ik haal diep adem. Ik moet me hierdoor niet boos laten maken. Iedereen in het Capitool denkt op deze manier. Ik haal mijn schouders op. 'Ik ga me nu vooral richten op Kendra. Ik denk dat zij wel kans maakt op de overwinning. En jullie zien er rijk uit dus als jullie nog iemand willen sponsoren..' De groep lacht. 'Die mentors ook hè,' zegt één van hen tussen het lachen door. 'Altijd op zoek naar sponsoren. Niets persoonlijk hoor, Marcus. Maar wij hebben ervoor gekozen om dat meisje Mabel uit District 2 te sponsoren. We hebben ook samen een pot gemaakt en flink wat geld op haar gewed. Als zij wint dan kunnen we zomaar een jaarsalaris erbij krijgen met hoeveel we op haar hebben gezet.' Ik knik. 'Dan zullen jullie de Spelen wel goed bijhouden. Hebben jullie vrij van werk zodat jullie thuis kunnen kijken?'

Ze schudden hun hoofd. 'Nee wij kunnen niet zomaar vrij nemen van werk, maar naast de beeldschermen van de koersen hebben we nu ook een beeldscherm met daarop de beelden van de Spelen op ons werk. We kunnen dus alles volgen.' Dit zegt mij niets over wat deze mannen nu precies doen. 'Koersen?' vraag ik. 'Houden jullie je bezig met scheepsvaart?' Alle mannen barsten in lachen uit. Ze lachen zo hard dat de rest van de kroeg naar ons kijkt. Net wanneer ik denk dat ze uitgelachen zijn, barsten ze weer in lachen uit. 'Ow,' zegt de langste van het stel. 'Je bent me er eentje, Marcus. Ik vergeet altijd hoe onwetend mensen uit de districten kunnen zijn. We zijn handelaars. We verhandelen aandelen.'

In de 10 minuten hierna leggen ze me precies uit wat hun baan inhoudt. Als ik het zo hoor kopen ze nummers en verkopen deze nummers weer. Het liefst met een hoop winst. Een hoop onzin. Intussen bestellen ze een hoop drankjes. Ik drink met ze mee zonder dat ze weten dat er in mijn drankjes geen alcohol zit. Uiteindelijk neem ik afscheid van hen, omdat het mij wel duidelijk is dat deze mensen geen toegang hebben tot de informatie die Whitaker wil dat ik binnenhaal. Ik probeer hetzelfde nog eens met een ander groepje jonge mensen, maar deze mensen blijken advocaten te zijn die zich bezighouden met het verschil tussen wetten voor rechten en plichten voor inwoners van de districten en inwoners van het Capitool.

Uiteindelijk ga ik moedeloos aan de bar zitten. Het kan eeuwig duren voordat ik mensen vind die me kunnen helpen aan wat ik zoek. En zelfs dan moet ik ook nog een manier vinden om ze over te halen dit te doen. Dit is een onmogelijke taak. Ik kan nooit in de korte tijd dat ik in het Capitool ben de juiste persoon vinden die niet alleen toegang heeft tot geheime informatie, maar ook nog overgehaald kan worden dit aan mij te geven.

'We blijven elkaar maar tegenkomen.' Zonder dat ik het doorheb heeft Emillia plaatsgenomen op de barkruk naast mij. Ik glimlach naar haar, maar ben totaal niet blij haar te zien. Als je iemand één keer toevallig tegenkomt is het iets wat nu eenmaal kan gebeuren. Maar als je iemand in korte tijd voor een tweede keer tegenkomt moet je je al af gaan vragen hoe toevallig het is. Zeker als diegene voor de Geheime Dienst werkt. Is Emillia mij bewust aan het volgen? Koortsachtig denk ik na over de vorige avond waar ik veel te veel had gedronken. Heb ik iets gezegd waardoor ze heeft kunnen vermoeden dat ik voor het verzet werk?

Ik hou mijn gezicht in de plooi. 'Fijn om jou weer te zien,' zeg ik met een stem waarvan ik hoop dat het klinkt alsof ik al een paar drankjes te veel op heb. Emillia zit met een nonchalante houding op haar barkruk. 'Na een saaie dag op kantoor drink ik graag nog wat voor ik naar huis ga,' zegt ze terwijl ze zich uitrekt. Ik knik terwijl ik haar gezicht probeer te lezen. Maar ik kan niks zien waardoor ik vermoed dat ze hier doelbewust is, maar dat betekent niets. Als de Geheime Dienst haar heeft gekozen om mij in de gaten te houden is ze te goed om iets aan mij te laten merken. Ik buig me voorover naar haar zodat ik me verstaanbaar kan maken over de muziek die in de kroeg draait. 'Een saaie dag? Niks geheimzinnigs gezien waardoor het interessanter werd? Je werkt immers voor het ministerie van Veiligheid.' Ze lacht. 'Ik ben maar een secretaresse. Ze zullen mij geen geheime informatie laten zien.'

Hierna kijkt ze wat serieuzer. 'Het spijt me van Jullian. Jammer dat het al zo snel over was voor hem.' Ik knik en zet mijn kiezen op elkaar. Ik ben niet van plan in tranen uit te barsten op een openbare plek. 'Ik vond het ook jammer. Ik mocht hem graag,' zeg ik.

Ik voel me een beetje duizelig en ook wat misselijk. Ik zit in een benarde situatie. Als Emillia mij bewust volgt omdat de Geheime Dienst vermoedt dat ik deel uitmaak van het verzet dan kan ik haar niet meer laten gaan. Wellicht weet ze al te veel en anders zal ze er zeker achter komen waar ik mee bezig ben. In mijn hoofd maak ik een plan over wat verder te doen. Ik herinner me hoe ik deze ochtend wakker werd in haar appartement, omdat ze vond dat ik te dronken was om naar het Trainingscentrum te gaan. Als dat al één keer gewerkt heeft, waarom zou het dan niet weer werken?

Ik sta op van mijn kruk. Zonder dat ik het expres doe, struikel ik over mijn eigen voeten. Deze hele situatie zorgt ervoor dat ik me duizelig voel. Emillia staat tegelijk op met mij. Ze pakt me bij mijn schouder vast. 'Het ziet ernaar uit dat je al wat drankjes ophebt. Het is beter dat je weer met mij meegaat. Het matras waar je gisteren op hebt geslapen ligt er nog,' zegt ze met een glimlach. Ik stribbel niet tegen en we vertrekken samen nadat Emillia voor onze drankjes betaalt. Uit het bedrag zal ze opmaken dat ik heel wat gedronken heb.

Terwijl we over straat lopen praten we wat. Emillia vertelt me dat ze al ruim een jaar haar eigen appartement heeft nadat ze het niet zag zitten om nog langer bij haar ouders te wonen. Ik doe mijn best om niet met mijn ogen te rollen. Hoe kun je nu genoeg krijgen van je ouders? Ik zou alles wat ik heb opgeven om nog een minuut met mijn vader te kunnen doorbrengen. Ik mompel wat dingen terug.

Al gauw zijn we bij haar appartementencomplex aangekomen. We stappen samen in de lift en nadat we op de juiste verdieping zijn aangekomen lopen we naar Emillia's voordeur. Ze maakt hem open met haar sleutelkaart en stapt voor me naar binnen. Ik stap achter haar aan en sluit de voordeur achter me. Emillia staat met haar rug naar me toe en loopt me voor naar de woonkamer. Dan sla ik toe. Ik geef haar een harde duw in haar rug. Ze valt voorover en stoot haar hoofd tegen de deurpost. Iets wat niet helemaal mijn bedoeling was. Maar ik heb geen tijd om er bij stil te staan en sleep haar aan haar haren de woonkamer in die ook gedeeltelijk uit een keuken bestaat. Terwijl ik haar achter me aan sleep kreunt en schreeuwt ze het uit. Dit maakt veel te veel lawaai. Ik zet haar met haar rug tegen het aanrecht aan en pak een doek van het aanrecht dat ik in haar mond prop.

Ik pak haar bij de keel vast en kijk diep in haar ogen. 'Ik kom jou verdacht vaak tegen,' zeg ik. 'Jij volgt me.' Ik neem geeneens de moeite om het te vragen, want hoe langer ik erover nadenk hoe meer ik ervan overtuigd ben dat onze ontmoetingen geen toeval zijn. Ik zie hoe er angst in haar ogen verschijnt. Ik voel een rilling door mijn lichaam gaan. Ik probeer het van me af te schudden. Ik heb vaker mensen pijn gedaan voor het verzet. Dit is niet anders dan andere gevallen.

'Ik wil antwoorden,' zeg ik tegen haar terwijl in de greep die mijn hand om haar keel heeft stevig vasthoudt. 'Ik ga deze prop uit je mond houden. Als je gaat schreeuwen worden je problemen alleen maar groter.' Hierna verwijder ik de doek uit haar mond. Emillia haalt dankbaar adem. Ik geef haar wat seconden om op adem te komen. 'Ik weet dat je me in de gaten houdt,' zeg ik dan.' 'Waarom?' Het is eventjes stil. 'Alle mentors worden in de gaten gehouden, Marcus,' antwoord ze dan. 'Sommige in meerdere maten dan anderen. Jij wordt extra in de gaten gehouden, omdat je voor problemen zorgt. Of denk je dat het ministerie van Veiligheid niets weet van je akkefietje met de mentors uit District 1 in dat café? Of het feit dat je zo dronken wordt dat je niet meer normaal over straat kunt lopen?'

Ik sla mijn ogen neer. Eerlijk gezegd dacht ik inderdaad dat niemand hiervan afwist. Afgezien van de bezoekers die op dat moment aanwezig. Wat Emillia zegt over dat alle mentors in de gaten worden gehouden klinkt niet onlogisch. Mensen uit de districten die hier vrij kunnen rondlopen zijn een risico voor het Capitool. En dronken winnaars die zich misdragen is natuurlijk ook een beeld dat men liever vermijdt. Toch lijkt er één ding niet te kloppen. 'Je zei dat jij alleen maar een secretaresse was voor het ministerie,' zeg ik. 'Dat ben ik ook,' antwoord ze. 'Voornamelijk in ieder geval. Maar tijdens de Spelen zijn we onderbezet. Dan krijg ik ook weleens andere taken dan papierwerk. Dus in de avonden is het mijn beurt om jou te oberveren. Zodat ik ervoor kon zorgen dat je niet voor meer opschudding zorgt dan je al hebt gedaan.'

Mijn greep om haar keel verslapt en ik laat haar los. Ze brengt haar hand naar haar voorhoofd. Er is een bult ontstaan op de plek waar ze haar hoofd tegen de deurpost stootte. Haar gezicht vertrekt in een pijnlijke grimas wanneer ze de plek aanraakt. 'Je had het ook gewoon kunnen vragen zonder me in mijn eigen appartement te overvallen,' zegt ze boos. Ik weet me even geen houding te geven. Ik geef haar een hand om haar overeind te helpen. Hierna pak ik een glas die ik vol met water laat lopen en haar wil geven.

Ze kijkt met een vies gezicht naar het glas. 'Ik kan wel wat sterkers gebruiken na dit waanzinnige gedoe,' zegt ze terwijl ze naar een kast knikt waar verschillende soorten flessen instaan. Ik giet het glas leeg in de gootsteen en loop naar de kast. 'Nog een voorkeur?' vraag ik terwijl ik naar de verschillende flessen kijk. 'Schenk gewoon wat in,' antwoord ze. Aan haar stem is duidelijk te merken dat ze nog steeds boos is. Ik kan het haar niet kwalijk nemen. Nadat ik het glas heb volgeschonken geef ik het aan haar. Ze neemt het aan en neemt gelijk een flinke slok. 'Het spijt me,' zeg ik. Haar mooie ogen kijken me nijdig aan. 'Ik hou er niet van om in de gaten te houden.' Er verschijnt voor het eerst een klein glimlachje. 'Dat heb ik gemerkt,' zegt ze terwijl haar hand weer naar haar hoofd gaat. 'Ik mag hopen dat ik geen hersenschudding heb.' Ze pakt loopt naar een stoel in de woonkamer. Ik zie hoe ze een beetje zwalkt bij het lopen.

'Het is ook wel jammer dat ik je alleen maar zie, omdat je bent gestuurd voor je werk,' zeg ik nu ook met een glimlach. Ze lacht nu. 'Het was voor werk, maar dat betekent niet dat ik het niet gezellig vond met je. Totdat je me opeens aanviel dan.' 'Nogmaals sorry daarvoor,' zeg ik schuldbewust. 'Het wordt vast nog weleens een grappig verhaal,' zegt ze terwijl ze haar glas in één teug leegdrinkt. 'Maar niet vanavond.' Ik schud mijn hoofd. 'Het is tijd voor mij om naar bed te gaan,' zegt Emillia terwijl ze opstaat uit haar stoel. Maar ik zie hoe ze gelijk lijkt om te vallen wanneer ze op haar benen staat. Ik doe gauw een stap naar voren en vang haar op. Ik denk dat de drankjes die Emillia opheeft samen met de klap op haar hoofd ervoor hebben gezorgd dat ze nog nauwelijks kan staan. Ik til haar op. 'Wat doe je?' vraagt ze. 'Gisteren heb je mij in bed gestopt. Vanavond is het mijn beurt,' zeg ik terwijl ik richting haar slaapkamer loop. Ze giechelt en knijpt met haar hand in mijn bovenarm. 'Wat ben je toch ook sterk,' zegt ze lacherig. Ik rol met mijn ogen maar kan het niet laten om te glimlachen. 'Handen thuis, mevrouw. En ik ben niet sterk. Jij bent gewoon niet zwaar,' kaats ik terug.

Eenmaal in de slaapkamer wil ik haar op ben leggen maar ze houdt me tegen. 'Wacht, Wacht. Laat me eerst even staan.' Ze slaat een arm om mijn schouders heen om te blijven staan. 'Ik wil niet dat mijn kleren gaan kreukelen.' Hierna doet ze tot mijn verbazing haar schoenen, broek, shirt en sokken uit. Ik weet eigenlijk dat ik weg moet kijken, maar ik kan mijn ogen moeilijk van haar afhouden. 'Help je me nog op bed en blijf je naar me kijken?' zegt Emillia nadat ik niet gelijk in actie kom nadat ze haar kleren uit heeft gedaan. Ik til haar weer op en leg haar op het grote bed. Ze trekt de dekens over haar heen. Onze ogen vinden elkaar. Ik denk dat het tijd is..' begin ik, maar mijn zin stopt halverwege wanneer Emillia met haar hand mijn onderarm vastpakt. Ze zegt niets, maar haar ogen spreken boekdelen. Zonder dat ik er macht over lijk te hebben vinden onze monden elkaar. En we verliezen ons zelf in elkaar. Diep van binnen zegt een stem me nog dat Emillia mijn vijand is. Niet aan mijn kant staat. Dat ik me niet met haar moet inlaten. Maar wanneer ik op het bed rol weet ik dat ik die strijd verloren heb. Iets wat me op dat moment maar weinig kan schelen.


Eindelijk weer tijd gevonden voor het schrijven van een nieuw hoofdstuk. Ik kan me voorstellen dat er na dit hoofdstuk mensen vragen hebben over de leeftijd van Emillia. Gezien het feit dat er nu iets ontstaat tussen haar en Marcus. Het feit dat zij een fulltime baan heeft en op haarzelf woont wijst erop dat ze ouder is dan Marcus (die op dit moment 18 jaar oud is). Dat klopt ook. Emillia is jong in de twintig (22 om precies te zijn). Een leeftijd waarop er in onze samenleving mensen ook weleens fulltime werken en op zichzelf wonen. Ze is dus iets ouder dan Marcus, maar het is een klein leeftijdsverschil. Het was niet iets wat ik echt natuurlijk ten sprake kon brengen in het boek, maar ik wilde het wel even duidelijk maken. Reviews zijn zeker welkom. Blijf dit verhaal volgen voor de uitkomst van de 11e Spelen en natuurlijk ook voor Marcus' missie die zich vanaf nu in een sneller tempo zullen ontwikkelen!