(het neemt plaats in 1974 maar het is geschreven in tegenwoordige tijd want het gaat over Purvis toen hij nog leefde)
Hoofdstuk 1: Nieuwe persoon
"Purvis, we hebben bezoek." roept Lenny Lipner toen hij in de kamer van Purvis Parker binnenkomt. Purvis zit achter zijn bureau en hij kijkt naar zijn baas, hij is net wakker geworden na een slechte nachtmerrie en de donkere kringen onder zijn ogen zijn erg zichtbaar. Er zit een emmer naast zijn bed met braaksel, zijn gitaar in de hoek en er is een sombere sfeer rond de lucht.
"Wie moet het zijn?" zeurt Purvis, die wrijft aan zijn donker, vettig haar.
"Je moet naar beneden gaan, je zult het zien." antwoordt Lenny. Purvis knikt en hij wandelt naar beneden, elke stap voelt raar. Hij kan moeilijk stappen omdat hij meerdere slaapverlammingen en nachtmerries krijgt, hij wordt voorgeschreven slaappillen om zijn nachtrust te verbeteren maar het lukte niet. Toen hij naar beneden stapt, struikelt hij en wankelt naar de woonkamer. Zijn herenhuis is zoals een doolhof: talloze gangen, meerdere kamers en zoveel uitgangen dat hij niet eens weet waar alle kamers liggen.
"Lenny", roept Purvis, "Ik kan er niet meer- AH!" Purvis schrikt en valt op de stoel, zijn ogen starend naar een groot beest. Purvis probeert niet te panikeren maar zijn huid wordt bleker en bleker.
"Purvis, ik weet dat je bang bent, maar dat ding naast mij wordt jouw nieuwe lijfwacht" Lenny stelt gerust, hij wijst naar het beest.
"De lijfwacht had een briefje voor jou toen hij voor de deur stond"
Purvis neemt de brief van Lenny's hand en leest aandachtig om te kijken wie het beest naar hem had gestuurd.
Beste Purvis Parker
Ik had jouw baas zien flyers hangen aan het prikbord van de Grote Markt van Coolsville voor een lijfwacht. Dus ik heb voor jou de perfecte lijfwacht gemaakt! Het heeft maanden geduurd. Ik stel je voor "Chickenstein".
Met vriendelijke groeten, H.P.
Purvis denkt na wie H.P. zal zijn en kijkt naar Lenny voor een verklaring, Lenny kijkt naar hem met een onzekere gezicht en heft zijn schouders op. Hij kijkt dan naar Chickenstein voor een verklaring en wordt ontmoet met een gedachteloze gezicht, geen gedachten, gewoon een neutraal gezicht. Chickenstein zegt kort en bondig dat H.P. Hector Pollostine is, die ook zijn maker is. Lenny en Purvis snakt naar adem tegelijk terwijl ze Hector's volledige naam horen, ze weten dat hij een van Purvis' grootste fans is maar ze verwachten niet dat hij zoiets gaat doen.
"Bedoel je die verstrooide professor van de universiteit?" Lenny vraagt.
"Hij is op pensioen, Lenny, hij gaf ooit biologie in mijn middelbare school." antwoordt Purvis.
Er is een oorverdovende stilte in de kamer. Purvis kijkt naar de klok en het is bijna middernacht, hij geeuwt en wrijft aan zijn voorhoofd. Hij kijkt naar Chickenstein en knikt.
"Je ziet er echt intimiderend uit, Chickenstein, je bent de ideale lijfwacht"
Chickenstein glimlacht en maakt een piepend geluid van Purvis' compliment. Lenny staat op en leidt Purvis naar de andere kamer en ze bespreken de situatie.
"Lenny, wat in hemelsnaam bezielt er met jou?" Purvis vraagt aan Lenny met verwarring. Ze zitten in de gang en zitten neer. Lenny legt uit dat hij bezorgd is want hij wil niet dat de mensen weten dat Purvis een lijfwacht heeft dat half mens half kip is, maar ook omdat Chickenstein een geschenk is van een professor die mentaal onstabiel is. Purvis zucht en stelt gerust.
"Lenny, je huurt een lijfwacht en hij is nu in mijn woonkamer, je toont hem hoe hij zijn job moet doen, die Hector moet je niet aantrekken."
"Dat zal ik doen, Purvis." lacht Lenny. "Ga wat slapen, je hebt het nodig."
Purvis wrijft alweer aan zijn voorhoofd en als hij zijn kamer binnenkomt, krijgt hij ineens pijn aan zijn benen. Hij valt op bed en huilt zachtjes van de pijn, hij kijkt naar zijn spiegel en glimlacht. Hij valt langzaam in een diepe slaap, de pillen nemen hun effect.
