Hoofdstuk 11: ehh…

Chickenstein en Purvis zitten op het bed en er is een oorverdovende stilte in de kamer. Purvis beeft nog steeds en hij vertelt Chickenstein over zijn mentale gezondheid in tranen, zijn handen schudden en hij voelt zich als een viezerik. Hij grijpt aan zijn arm beet, zijn nagels klauwen diep in zijn huid, en veegt zijn tranen aan zijn mouw. Zijn mascara loopt door zijn oogleden en zijn gezicht ziet eruit als een puinhoop van tranen en oog make-up. Chickenstein weet niet wat te doen dus hij slaat zijn arm over zijn schouder en trekt hem wat dichter naar hem, Purvis voelt wat zacht en hij laat een schuddende gejammer uit, hij stikt aan zijn eigen tranen en stopt met huilen behalve van een paar tranen die uit zijn ogen komen. Hij voelt wat comfort en kijkt naar de grond.

"Het is te veel voor mij," zucht Purvis, "bewaak voor de deur alsjeblieft, als er iets is dan weet je waar mijn baas is."

Hij trekt aan de mouwen van zijn 'The Rolling Stones' T-shirt, hij voelt de krassen aan zijn huid en krabt aan een genezen litteken. Hij ligt neer en geeft Chickenstein een gebaar om uit zijn kamer te gaan. Chickenstein knikt en hij staat op om uit de kamer te stappen, hij sluit de deur achter zich en leunt op de muur. Lenny komt naar hem met een glimlach.

"Hey maat, hoe is het met Purvis?"

"Slapen, net een psychose meegemaakt, zegt dat de stemmen weg moeten." antwoordt Chickenstein streng, Lenny's glimlach wordt een bezorgde blik. Hij vraagt aan hem of hij zeker is en Chickensteins blik wordt strenger, hij antwoordt dat hij Purvis gelooft en dat hij er niet goed uitziet. Er is alweer een oorverdovende stilte. Lenny excuseert zich en gaat naar beneden om wat dingen te doen.

22u30

Lenny zit in zijn bureau de camera aan het inspecteren, er zijn zoveel filmpjes en foto's getrokken van Purvis dat zelfs andere fans bezorgd zijn over de mentale stabiliteit van die persoon. Er zijn zelfs meerdere foto's waar hij in andere locaties zaten zoals in de supermarkt of in het treinstation naar de luchthaven. Lenny doorzoekt alle filmmateriaal totdat hij iets hoor van de keuken, hij richt zijn gezicht naar de deur. Hij staat op van zijn bureaustoel, de vloer kraakt een beetje en hij stapt in de gangen. De gangen zijn donker en er is niets. Lenny zet de lichten aan en kijkt buiten het raam, het is heel stil, de maan schijnt en de geroep van uilen is duidelijk hoorbaar. Hij inspecteert de gangen en hoort geritsel van de keuken. Als Lenny de keuken binnenkomt, ziet hij Chickenstein in de voorraadkast met een doos Cheez-its in zijn handen. Ze kijken ongemakkelijk naar elkaar voor een half seconde, maar Lenny onderbreekt de stilte.

"Chickenstein, ik dacht dat er een inbreker in het huis zit, wat doe je hier?" Lenny vraagt met verwarring. "Het is bijna middernacht, ga bewaken."

"Laat me mijn crackers pakken."

Chickenstein passeert Lenny en staat voor de voordeur, hij kijkt nog steeds naar hem terwijl hij een Cheez-it in zijn bek steekt.

"Oké" Lenny stapt terug naar zijn bureau en doet hij zijn werk verder.